Smart BMS 12/200
Smart BMS 12/200
Beschermt de dynamo tegen overbelasting
Accubeheersysteem (Battery Management System)
De BMS maakt verbinding met 12,8 V Victron LiFePO4 (LFP)-accu’s. Tot 5 accu’s kunnen parallel geschakeld verbonden worden.
Kan gebruikt worden als een systeem aan/uit-schakelaar.
Bescherming startaccu
Deze functie is vergelijkbaar met die van een Cyrix Accu-combiner of Argofet Accu-scheidingsschakelaar. Stroom kan alleen naar de LFP-accu stromen wanneer
het ingangsspanning (= spanning op de startaccu) 13 V overschrijdt.
Bovendien kan stroom niet terugstromen van de LFP-accu naar de startaccu, waardoor mogelijke schade aan de LFP-accu vanwege overmatig ontladen wordt voorkomen.
Dynamo en accubescherming
De ingangsstroom is elektronisch beperkt tot ongeveer 90 % van het zekeringswaarde. Een 100 A zekering bijvoorbeeld, zal daarom de ingangsstroom beperken
tot ongeveer 90 A.
Het kiezen van de juiste zekering zal:
a. De LFP-accu beschermen tegen te hoge laadstroom (belangrijk bij lage capaciteit LFP-accu).
b. De dynamo beschermen tegen overbelasting bij een hoge capaciteit LFP-accubank (de meeste 12 V-dynamo’s zullen oververhit raken en defect gaan wanneer
ze gedurende meer dan 5 minuten draaien op het maximale uitgangsvermogen).
Belasting/acculader uitgang-ingang (voedingspoort SYSTEM+)
Deze voedingspoort kan worden gebruikt om de LFP-accu op te laden of te ontladen (d.w.z. via een acculader, een omvormer of een omvormer/acculader) met
een maximale continue stroom van 200 A in beide richtingen.
Kan ook worden gebruikt als belastinguitgang zodat DC-belastingen direct op deze poort kunnen worden aangesloten. De poort is beveiligd tegen kortsluiting
met een piekontladingsstroom van 400 A.
De Smart BMS zorgt ervoor dat de ontlading van de accu zal worden gestopt in geval van dreigende te lage celspanning.
De Smart BMS zal het laden via deze poort mogelijk maken, maar er kan geen laadalgoritme intern worden toegepast.
Bescherming Li-ion-accu
Te hoge ingangsstroom en stroomstoten worden neerwaarts geregeld tot op een veilig niveau.
De Smart BMS stopt met laden in geval van te hoge celspanning of een te hoge temperatuur. Het heeft drie uitgangen, vergelijkbaar met de SmallBMS:
Load Disconnect uitgang
De Load Disconnect uitgang is normaal hoog en wordt zwevend bij dreigende te lage celspanning (standaard 2,8 V / cel, aanpasbaar op de accu tussen 2,6 V en
2,8 V per cel). Maximumstroom: 10 mA. De Load Disconnect uitgang kan gebruikt worden om de remote on/off van een BatteryProtect, omvormer, DC-DC
converter of andere belastingen te regelen.
Pre-Alarm uitgang
De Pre-Alarm uitgang kan worden gebruikt als waarschuwing wanneer de accuspanning laag is en zal uitschakelen kort voordat de Load Disconnect uitgang
zwevend wordt vanwege te lage celspanning.
De Pre-Alarm uitgang kan gebruikt worden om een relais, led of buzzer aan te sturen. De uitgang kan geconfigureerd worden als voortdurend of onderbroken
signaal.
De Pre-Alarm uitgang is normaal zwevend en wordt hoog bij dreigende te lage celspanning (standaard 3,1 V / cel, aanpasbaar op de accu tussen 2,85 V en 3,15 V
per cel). Maximumstroom: 1 A (niet beveiligd tegen kortsluiting)
De minimale vertraging tussen het vooralarm en het loskoppelen van de belasting is 30 seconden.
Charge Disconnect uitgang
De Charge Disconnect uitgang is normaal hoog en wordt zwevend bij dreigende te lage celspanning of te hoge temperatuur. Maximumstroom: 10 mA. De
Charge Disconnect uitgang is niet geschikt voor het voeden van een inductieve belasting zoals een relaisspoel. De Charge Disconnect uitgang kan gebruikt
worden voor het aansturen van: de remote on/off van een lader, een Cyrix-Li-Laadrelais, een Cyrix-Li-ct Accu-combiner.
(Opmerking: in bepaalde gevallen zal een interfacekabel nodig zijn, lees de handleiding).
Remote on/off-ingang
De remote on/off-ingang regelt het laden via de dynamo. Wanneer uitgeschakeld is laden via de dynamo uitgeschakeld terwijl de BMS-functionaliteit actief zal
blijven, toestaand dat belastingen en laders blijven werken, ongeacht de status van de remote ingang.
Wanneer de functie van de Remote ingang via VictronConnect gewijzigd is in "Systeem Aan/Uit" zal de BMS functionaliteit ook uitgeschakeld worden. De remote
ingang bestaat uit 2 aansluitingen: Remote L en Remote H. Er kan een schakelaar of relais tussen L en H verbonden worden.
Of H kan aan de accu plus geschakeld worden, of L aan de accu min.
Beveiligd tegen ontsteking
Geen relais, maar MOSFET-schakelaars,
en daarom geen vonken.